We liepen er heel toevallig tegenaan op de kerstmarkt: kaarsenhoudertjes voor in de kerstboom. De jongeren onder ons zal het niets zeggen, gewend als ze zijn aan de elektrische kerstboomverlichting. Mijn zonen waren dan ook verbaasd toen ik vertelde dat we vroeger échte kaarsen in de kerstboom hadden. Dat leek hen wel heel feestelijk.
Dat was het ook, mijn zusje en ik keken helemaal onder de indruk naar de feestelijke boom als de kaarsjes ‘s avonds aan mochten. Maar je moest erbij blijven, want als je niet oplette kon die boom zomaar in de fik vliegen.
Toen ik zelf kinderen kreeg, hadden we al lang geen echte kaarsjes meer.
De boom en de kerstaccessoires hadden desondanks een onweerstaanbare aantrekkingskracht op de jongens. Mijn mooie, handgemaakte en kwetsbare kerstfiguren uit Malawi hebben het precies één dag volgehouden. Toen had een van de herders geen punt meer op zijn muts. Zonde van de mooie beeldjes! Wat nu te doen? Dan zelf maar een kerststal knutselen die bestendig was tegen de bengels. Gehaakte figuurtjes, waar je gerust mee kon gooien zonder dat ze kapot gingen. Ik heb ze jaren op zolder bewaard en toen kregen ze een tweede leven op de plaatselijke basisschool.
De meest kwetsbare en mooie kerstballen hingen heel hoog in de boom. En o ja, niet teveel kerstkransjes onderin hangen, want die zouden geruisloos verdwijnen in een paar snoepgrage mondjes.
Voor het raam stond een kamerconifeer, die ik in stijl versierd had met mini kerstballetjes.
Vreemd genoeg vond ik iedere dag weer nieuwe mini scherfjes onder de radiator… Verwonderde blikken. Wie zou dat toch gedaan hebben?
Dit is allemaal al jaren geleden en we kunnen er samen smakelijk om lachen. Maar toch heb ik af en toe een beetje heimwee naar de tijd van de kerstbengeltjes…
