Omdat mijn nieuwe boek zich afspeelt in twee verschillende tijdlijnen moest ik me onderdompelen in 1946/47 en 1972.
Bekende smaakmakers om sfeer te scheppen van een bepaalde periode zijn mode en muziek. Vooral muziek kan je helemaal in de juiste ambiance brengen.
Je hoeft alleen maar de eerste maten van ‘In the mood’ te horen, of Vera Lynn (the sweetheart of the forces) ‘We’ll meet again’ te horen zingen, dan komen er gelijk beelden van de Tweede Wereldoorlog op je netvlies.
Daarom heb ik tijdens het schrijven van het verhaal van Lizzy nogal wat muziek gedraaid uit de tijd van de oorlog en daarna: Glenn Miller, Tommy Dorsey, om maar enkele bekende big bands uit die tijd te noemen. Dat deed me dan weer denken aan mijn vader, in de oorlog nog een jongen van rond de 17. Hij is altijd fan gebleven van de muziek van Glenn Miller en deze muziek draaide hij regelmatig.
In ‘Shamrocks en regenbogen’ komt ook nogal wat muziek voor, natuurlijk doordat Sean in een band speelt. Bij het volgende boek, ‘Maggie’s strijd’ werd het tijdens het schrijfproces een beetje stiller in mijn hoofd. Het leek ook een stillere tijd ondanks de oorlog. De wereld van weinig auto’s, paarden met karren en mensen die veel lopen om ergens te komen, dat wekt toch een andere indruk.
Maar in het nieuwe boek wordt dus weer muziek gedraaid (er was radio in de jaren ’30 in Ierland!), Lizzy gaat dansen in dancehalls in Dublin waar showorkesten spelen en ze zingt regelmatig samen met haar vriend.
Grappig is dat in 1947 een nieuw kerstliedje van Bing Crosby gedraaid wordt: ‘The Christmas song’. Datzelfde liedje wordt nog ieder jaar overal gedraaid. (of moet ik zeggen: gestreamd…?)
Ook haar nichtje Shannon in de tijdlijn van 1972 heeft meer met muziek dan haar oma Maggie. Spijbelde ze op de middelbare school wel eens om naar de platenzaak te gaan kijken of de nieuwe plaat van Van Morrison uit was, in het begin van het boek bezoekt ze zijn concert. In haar jeans met wijde pijpen met borduursel en schoenen met plateauzolen.
Zie je het voor je?
